In 1909 was er een nieuwe pastoor gekomen in de O.L.V.-parochie. Het was Z.E.H. Jozef DeSchutter, een boerenzoon uit Wilmarsdonk. Zijn doodsprentje maakt melding van zijn geboorte op 18 september 1867. Hij werd priester gewijd op 20 september 1891. Verder was hij leraar aan het college te Lier. Hij was onderpastoor in Sint Gummarus te Lier vanaf september 1897 en werd tenslotte pastoor te Hoboken O.L. Vrouw op 8 april 1912. Hij was een reus van een vent, letterlijk en figuurlijk. Het was een beginselvast man, een man met klare kijk en vooruitziendheid. Hij zou een grote rol spelen in het ontstaan van het Hofke van Thys.
In 1914 barstte WO. 1 uit . Door de oorlog viel het bedrijfsleven zo goed als stil. Hoboken, dat pas een industriële omwenteling had ondergaan, waar grote fabrieken zoals Cockerill, de zilverfabriek, de wolkammerij en andere bedrijven waren opgericht, zat zonder werk. De jeugd liep doelloos en werkloos rond. Z.E.H. De Schutter besloot, om de jeugd van de straat en van de Duitse opeising weg te houden, een nijverheidsschool op te richten.
Tevoren had Cockerill zelf zijn eigen nijverheidsschool. Van deze school kreeg de nieuwe school een heel stel instrumenten als een luchtpomp, een zuigerspomp, hefbomen, warmtemeters, enz. Als klaslokaal werd gebruik gemaakt van de patronage in de Berkenrodelei die in 1891 gebouwd was. Deze patronagezaal kon door middel van rolluiken en vouwdeuren in drie afzonderlijke ruimten gescheiden worden.
De school ging van start in 1915. Er waren zelfs leerlingen bij van 20 jaar oud. Als lesgevers deed men beroep op vrijwilligers, mannen die geen onderwijservaring hadden, maar mensen uit de praktijk. Ze kwamen uit de fabrieken (nl. Cockerill en de Zilver) of uit de administratie. Dit ging zo door tot eind 1918, het einde van W.O. I.
Pastoor De Schutter voorzag echter dat, eens het algemeen stemrecht, beloofd door koning Albert aan het front, er zou komen, de greep op het gemeentelijk onderwijs door de katholieken wel eens zou kunnen verloren gaan. Zijn voorspellingen kwamen uit. In 1921, bij de eerste gemeenteraadsverkiezingen via het algemeen enkelvoudig stemrecht, behaalden de socialisten 7 zetels, de katholieken 6 en de liberalen 2. Wat te verwachten was, gebeurde. In hun gemeenschappelijke afkeer van de klerikalen sloten de socialisten en de liberalen een akkoord af om de gemeente te besturen. Daardoor verloren de katholieken hun greep op het gemeentelijk onderwijs,en de definitieve tittel. Deze vooruitziende pastoor De Schutter wou daarom zijn ideologische tegenstanders voor zijn en besloot een vrije katholieken lagere jongensschool op te richten en alzo het heft in eigen handen te houden.
Men startte na de eerste wereldoorlog met een 4de graad, het 7de en 8ste studiejaar. Er waren 51 leerlingen voor 2 klassen. De school werd erkend door de staat als een ondersteunende, bijkomende school voor jongens.
In de loop van het schooljaar 1993 is het dan ook 75 jaar geleden dat het Hofke Van Thys het levenslicht zag.
Pas later zou de school zich in de Oudestraat vestigen.
Als eerste onderwijzers kwamen de heren Karel Van Bortel, de latere directeur,de heer Artur Van Hoof ,die later inspecteur van het onderwijs zou worden en de heer Germeyns, die later de eerste directeur van de school van Moretusburg werd in 1930.
Jaar na jaar kwamen er nieuwe klassen bij, het aantal leerlingen nam gestadig toe en de school barstte uit zijn voegen..Pastoor De Schutter zag zich verplicht naar nieuwe gebouwen uit zien om de toevloed van leerlingen op te vangen.
Hij kreeg daarvoor de unieke gelegenheid toen de familie Thijs ,een rijke koopluifamilie die aan de wapper te Antwerpen woonde ,maar een buitenverblijf hadden in de Oudestraat te Hoboken, genaamd “Hofke Van Thys.”, bij legaat hun eigendom in 1922 aan de parochie gaf.